De lichamelijke geschiktheid van de kandidaten wordt beoordeeld op basis van tien onderdelen. De onderdelen A en B zijn eliminerend. Voor de testen C tot en met K moet de kandidaat in 7 van de 9 testen slagen:
A. Looptest: 600 m lopen in 2 minuten 45 seconden.
B. Beklimmen van de luchtladder: Beklim een autoladder van 30m hoog in 5 minuten.
C. Optrekken: Mannen trekken zich 5x tot aan hun voorhoofd op aan een balk. Vrouwen trekken zich op en blijven gedurende 20 seconden op kin-hoogte aan een balk hangen.
D. Klauteren: Loop naar een 180cm hoge balk, klauter erover en klauter terug in 60 seconden.
E. Evenwicht: Klim via een ladder op een 180cm hoge balk, stap over de 3m lange balk, draai 180° en stap terug in 60 seconden.
F. Gehurkt lopen: Leg gehurkt en met de armen gekruist voor de borst, een afstand af van 8m heen en 8m terug in 21 seconden.
G. Opdrukken: Druk jezelf 23 maal op.
H. Zeil verslepen: Versleep een met 80 kg aan zandzakken gevuld zeil over een afstand van 15m heen en 15m terug in 33 seconden.
I. Slang slepen: Sleep een met water gevulde slang van 20m lang over een afstand van 15m in 11 seconden.
J. Slang ophalen: Trek een niet-gevulde slang van 20m volledig naar je toe in 19 seconden.
K. Trappenloop: Loop in 53 seconden een trap op totdat je 22,6m gestegen bent. Bij treden van bijvoorbeeld 17cm komt dit overeen met 133 treden. Je kan dit vergelijken met een 7-tal verdiepingen.