De competentietest voor het basiskader bestaat uit 60 meerkeuzevragen die binnen de 90 minuten moeten worden opgelost:

  • 25 vragen waarin je analytisch en logisch redeneervermogen wordt getest,
  • 25 vragen waarin je op je algemene kennis en je ruimtelijk inzicht wordt getest (met hierin 5 vragen begrijpend lezen),
  • 10 basisvragen over chemie en fysica.

Voor een goed antwoord krijg je 1 punt. Bij een foutief antwoord wordt 1/3 punt afgetrokken. Indien je niet antwoordt, krijg je 0 punten.

Pages